Halloween | ZielsMissie artikel

Halloween.

Dit bericht schreef ik net voor Halloween 2020. Het geeft een inkijkje in één van mijn persoonlijke struggles. Vanaf mijn 14e tot mijn 38e heb ik dit stukje onzekerheid over mijzelf verborgen achter het typetje van een gevoelloze grote sterke vent. Het was bij de waanzinnige Columbus training van #Corinor waar ik dit voor het eerst in mijzelf ervaarde dat ik hier wél mee zit, natuurlijk wist ik dat, maar ik had het zo zorgvuldig verstopt dat typetje voor mij de waarheid was geworden.

————–

Het is zondag, tijdens een druilerige dag is er een opklaring en het is een mooi moment om met mijn zoontje even naar buiten te gaan. Naar buiten gaan en los lopen is voor hem op dit moment een van de mooiste dingen die er zijn, hij is 1. Vol blijdschap knuffelt hij iedere lantaarnpaal die we tegenkomen, we zijn op weg naar de speeltuin.

We komen aan bij de speeltuin, al van afstand ziet hij waar we zijn, hij wordt enthousiast en begint te rennen. In 1 rechte lijn gaat hij af op zijn favoriete schommel, het is zo’n grote mand waar je met z’n tweeën in kan. Ik zie nog net drie kinderen de speeltuin rennend verlaten en nog een ander groepje kinderen, ik schat ze tussen de 7 en 10 jaar, ze staan allemaal rondom de favoriete schommel, ze proberen de schommel zo hard te duwen dat hij over de kop gaat, ik houd de kleine man bewust even bij me zodat hij niet ineens in het bereik van de schommel komt en deze tegen zich aan krijgt, het geheel maakt geen indruk alsof ze rekening met de kleine man houden.

Toch stoppen de kinderen de schommel en vragen van afstand of wij van de schommel gebruik willen maken, wat aardig dacht ik nog. Eenmaal dichterbij zie ik de blikken van de kinderen, ik herken de blik en op zo’n moment word ik er altijd even aan herinnert dat ik een handicap heb. Bij een ongeluk met vuurwerk ben ik op mijn veertiende jaar een oog verloren en sindsdien heb ik een glazen oog. Mijn moeder wist dit vroeger op subtiele wijze als ‘mismaakt’ te omschrijven, dat geeft je niet het beste gevoel over jezelf en dat popt dus op zo’n momentje al een duvel uit een doosje op.

,, Wat heeft u aan uw oog” vraagt de eerste, duidelijk degene die het hardst zijn best doet om indruk te maken op het groepje. Richting kinderen leg ik dit meestal zo simpel mogelijk uit: ,,die is stuk”.

Voor hem is het een trigger om wat nare opmerkingen te plaatsen. ,, Heeft u dat masker voor Halloween, het is echt MEGA CREEPY” zegt hij, kijkend naar het groepje voor goedkeuring, te proberen om de rest ook een beetje op te zwepen.

Een jongen uit de groep merkt dat er een opening is om aan te haken en vervolgd: ja ja, echt creepy man! Enigszins overvallen door de reacties spelen er zich in de volgende seconden in rap tempo een paar dingen in mijn hoofd af. Ik vraag me af hoe ik het beste kan reageren, ik merk dat het me aangrijpt, het herinnert me aan het gevoel wat ik hierboven al omschrijf en wat als tiener regelmatig naar boven kwam als ik gepest werd met mijn glazen oog. Tegelijk hou ik mijn zoon goed in de gaten die inmiddels los in de mand aan het schommelen is, ik sta hem rustig heen en weer te duwen, hij heeft niets in de gaten van wat er zich afspeelt.

In mijn tienertijd heb ik een tactiek ontwikkelt, die op zich prima gewerkt heeft in die tijd. Ik deed me voor als een grote, stoere jongen, woorden deden mij niets, ik had mijn lengte en lichaamsbouw daarin mee, niets kon mij deren, kom maar op. Het werkte. Ik deed ook vooral alsof het me zelf helemaal niets kon schelen, zo vaak en zo lang dat ik het op een gegeven moment zelfs ben gaan geloven, maar niets is minder waar, het vreet je langzaam op.

In die paar seconden merkte ik dat ik diezelfde tactiek wederom wilde inzetten. Op zich mooi dat je dat herkent in jezelf en dat je een keuze kunt maken om iets anders te doen. Ik koos ervoor om mezelf kwetsbaar op te stellen en ik vertel kalm dat ik als kind best veel gepest ben precies zoals nu en dat ik daar heel verdrietig om geweest ben en of ze zich realiseren dat je iemand pijn kan doen door op deze manier stoer te doen, het is niet ‘leuk’. De reactie van de eerste laat niet lang op zich wachten:,, Soo, ik moet echt bijna huilen man”, wederom snel kijkend naar de groep op zoek naar goedkeuring. De jongen die eerder aanhaakte, haakt niet meer aan en in de rest van de groep zie ik mijn boodschap zacht landen.

In de verte zie ik een vader met grote ferme passen de speeltuin naderen, gevolgd door de drie kinderen die eerder de speeltuin nog rennend verlieten. Het wordt snel duidelijk, die kinderen zijn hun vader gaan halen voor versterking omdat ze ook door de groep te grazen zijn genomen. De groep kinderen rent weg en de vader schreeuw nog dat ze het beter niet nog een keer wagen om zijn zoon te pesten.

Ik ren zelf in de tussentijd mee met mijn zoon, want die is in de tussentijd van de schommel af en gaat ook rennen, net als iedereen. Hij heeft nog steeds niks door van wat er zich afspeelt, gelukkig maar.

Eenmaal thuis die middag merk ik dat mijn zoontje thuis veel behoefte aan contact met mij heeft, ik geniet ervan. Hij komt op schoot, legt zijn hoofd tegen mij aan, aait zachtjes over mijn gezicht en knuffelt me zeer bewust van wat hij doet.

Later op de avond, realiseer ik me wat er zich heeft afgespeeld en welke emotie ik voel.

Ik voel het kind in mezelf wat op zoek is naar waardering en liefde, wat ben ik blij met de weg die ik heb afgelegd, dat ik dit herken en dat ik dit mijzelf kan geven, soms voel ik me onzeker over hoe ik eruitzie en dat is ok, dat mag.

error: Kopiëren en rechtermuis uitgeschakeld.